Huishoudelijk reglement

Naam, plaats van vestiging
Art. 1

De Bouvier Dressuurgroep ‘Spijkenisse’, is op 17 november 1977 te Spijkenisse opgericht en aldaar gevestigd.

Duur
Art. 2

1. De vereniging is aangegaan voor onbepaalde tijd.
2. Het verenigingsjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.

Doel
Art. 3

Het doel van de vereniging en de middelen door welke dit tracht te bereiken, zijn omschreven in de artikelen 1 en 2 der statuten.

Leden – Lidmaatschap
Art. 4

De leden der vereniging worden onderscheiden in:

1. Ereleden
2. Gewone leden
3. Gezinsleden
4. Jeugdleden
De vereisten om naar deze onderscheiding lid der vereniging te kunnen zijn, worden bij artikel 3 der statuten nader omschreven.

Art. 5

1. Het bestuur beslist over de toelating van leden. Zij die de wens te kennen hebben gegeven lid te willen worden van de Dressuurgroep worden op de ballotagelijst geplaatst voor een termijn van drie maanden na het verschijnen van het clubblad waarin deze lijst is vermeld.
Bij aanmelding zal een stamboom en recente inentingsbewijzen moeten worden overlegd, alsmede het bewijs van lidmaatschap de N.B.C.
2. Het al dan niet definitief lidmaatschap is afhankelijk van:
1. De trainingsopkomst (voor zover van toepassing)
2. Het gedrag van de geleider, resp, de hond gedurende zijn aanwezigheid binnen het terrein der vereniging
3. Het gedrag van de betrokkene als ‘lid van onze dressuurgroep’
Bestaan tegen aanname van een kandidaat lid overwegende bezwaren, dan kan het bestuur afwijzend beschikken.
Deze beslissing zal gemotiveerd met vermelding van geopperde bezwaren ter kennis worden gebracht aan het bestuur der Nederlandse Bouvier Club.

Art. 6
Een kandidaat lid welke in het verleden het lidmaatschap der vereniging uit onvrede heeft beëindigd, daarvan wordt een hernieuwde aanmelding tot toetreding niet geaccepteerd, tenzij het voltallige bestuur “eensluidend” beslist.

Art. 7
Het einde van het lidmaatschap wordt omschreven in artikel 5 der statuten.

Contributie
Art. 8

De minimum contributie, trainingsbijdrage en entréégeld, wordt door de algemene ledenvergadering op voordracht van het bestuur vastgesteld. Het daartoe strekkend voorstel moet op de agenda van die vergadering voorkomen.

Art. 9
De leden die op de gestelde termijn niet hebben voldaan aan hun geldelijke verplichtingen, kunnen na tenslotte door middel van een aangetekend schrijven vergeefs tot betaling zijn aangemaand, door het bestuur wegens wanbetaling worden geroyeerd. Na betaling wordt het royement opgeheven.

Plichten
Art. 10

De leden zijn verplicht:

1. De contributie regelmatig te voldoen, d.w.z. geen grotere achterstand van betaling te hebben dan één maand;
2. Bij het veldwerk de leiding van de instructeur te aanvaarden, één en ander in overeenstemming met de besluiten die het bestuur en/of de ledenvergadering hebben genomen;
3. Bij ziekte van hun hond en eventueel besmettingsgevaar, elk contact met andere honden te voorkomen. Verschijnt het lid wederom met de hond op het oefenterrein, dan zal een attest van de dierenarts moeten worden overlegd, met daarin vermeld dat het besmettingsgevaar geweken is. Loopse en kennelijk drachtige teven worden op het terrein niet toegelaten. Teven waarin vermoed wordt dat de loopse periode voorbij is, zullen de geur dermate kwijt moeten zijn, dat de trainende reuen geen hinder ondervinden;
4. Zijn/Haar instructeur tijdig te verwittigen bij verhindering tot training;
5. Op toerbeurt, eventueel gebruikt materiaal op de daarvoor bestemde plaatsen te bergen;
6. Niet aan de training deelnemende honden indien mogelijk in de auto te houden, of anders daar te plaatsen dat overlast in zijn totaliteit vermeden wordt;
7. De honden op een door het bestuur aan te wijzen plaats zorgvuldig uit te laten. Zo dat terrein en omgeving niet bevuild worden. Mocht het dier onverhoopt toch iets achterlaten buiten de daartoe aangewezen plek, dan moet de desbetreffende geleider dit terstond opruimen. Bij niet nakomen van deze regel zal het verantwoordelijk een bedrag groot € 11,50 storten in de clubkas. De grootte van dit bedrag wordt door de algemene vergadering vastgesteld;
8. Bezwaren en beschuldigingen tegen medeleden, het nakomen der reglementen betreffende, schriftelijk en wel gedocumenteerd bij het bestuur voor te brengen. Ongetekend c.q. naamloze geschriften worden niet in behandeling genomen;
9. De door hen in gebruik/beheer zijnde goederen welke eigendom zijn der vereniging te bewaren c.q. te verzorgen als ware het hun eigendom en na sommatie door het bestuur, deze in te leveren.

Bestuur
Art. 11
De benoeming van bestuursleden geschiedt uit één of meer bindende voordrachten, behoudens het bepaalde in artikel 9 lid 4 der statuten. Tot het maken van zulke voordrachten zijn bevoegd zowel het bestuur als tien leden. De voordracht van het bestuur wordt bij oproeping voor de vergadering meegedeeld. Een voordracht door tien of meer leden moet acht dagen voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij het bestuur worden ingediend, alsmede een getekende verklaring van de kandidaat(ten), dat hij/zij erin toestemd.

Art. 12
Het bestuur is belast met de toepassing en uitlegging van dit reglement en de leiding der zaken. Het vertegenwoordigd de vereniging zowel in als buiten rechten, benoemd “waar het dit nodig oordeelt”, commissarissen en alle zodanige personen als het nuttig oordeelt voor een goede uitoefening van zijn taken. Van de samenstelling van het bestuur moet mededeling worden gedaan aan het bestuur der Nederlandse Bouvier Club.

Voorzitter
Art. 13

1. De voorzitter leidt de bestuurders en ledenvergaderingen; hij ondertekend de door de vergadering goedgekeurde notulen en waakt voor de handhaving van de statuten en reglementen der N.B.C. in het algemeen zijn dressuurgroep in het bijzonder.
2. Hij heeft het recht de discussie te sluiten wanneer hij meent dat de vergadering over het onderwerp wat aan de orde is, voldoende is ingelicht, hij is verplicht verdere bespreking toe te laten indien de meerderheid der stemgerechtigde aanwezige leden daartoe het verlangen kenbaar maakt.
3. De voorzitter is bij elke vertegenwoordiging der vereniging de officiële woordvoerder, tenzij hij deze taak aan een ander heeft overgedragen.
4. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt een der overige bestuursleden in zijn plaats.

Secretaris
Art. 14

1. De secretaris is belast met het bijeenroepen van bestuurs- en ledenvergaderingen, en het opmaken van de notulen van deze vergadering.
2. Tot het maken van opmerkingen omtrent nog niet goedgekeurde notulen zijn slechts zij bevoegd, in zoverre zij de genotuleerde vergadering hebben bijgewoond.
3. Hij/Zij houd een in boekvorm gehouden presentielijst bij, waarop ieder aanwezig lid op de vergadering is verplicht te tekenen.
4. Hij voert uit naam en in overleg met het bestuur de correspondentie en houdt daarvan kopiën aan.

Penningmeester
Art. 15

1. De penningmeester houdt nauwkeurig en overzichtelijk boek van al zijn uitgave en ontvangsten.
2. Hij int de verschuldigde gelden der leden.
3. Voor het doen van uitgaven en het aangaan van verbintenissen van geldelijke aard is de toestemming van het bestuur nodig.
4. Hij doet de kasbetalingen slechts tegen gespecificeerde kwitanties.
5. Hij is verplicht een ledenlijst aan te houden.

Commissies
Art. 16

1. Ter ondersteuning van zijn werkzaamheden kan het bestuur commissies benoemen. Het kan ook taken opdragen aan individuele leden. Deze taakvervullende leden en commissies zijn ondergeschikt aan het bestuur. Zij houden het bestuur nauwgezet op de hoogte van hun werkzaamheden
2. Het bestuur kan ten allen tijde de door hen benoemde commissies en taakvervullende leden van de hen opgedragen werkzaamheden ontheffen. Het is daarvan geen uitleg verschuldigd aan de betrokkene.
3. Bij tussentijdse uittreding van een commissielid draagt het bestuur onverwijld zorg voor een plaatsvervanger.
4. Bestuursleden zijn gerechtigd commissievergaderingen bij te wonen en kunnen eveneens deel uit maken van een commissie.
5. Commissies hebben een adviserende taak zij kunnen geen overeenkomsten sluiten, stukken ondertekenen of toezeggingen doen namens de vereniging.

Besluitvorming
Art. 17

1. Het bestuur heeft de bevoegdheid bepalingen vast te stellen betrekking hebbende op de algemene gang van zaken. Deze bepalingen dragen de naam bestuursbesluiten en mogen niet in strijd zijn met enig artikel van het huishoudelijk reglement.
2. De bestuursbesluiten, waaraan nimmer terugwerkende kracht kan worden verleend, treden in werking op een door het bestuur te bepalen dag. Zij worden door middel van het clubblad en/of plaatsing in het clublokaal ter kennis van de leden gebracht, en zijn voor alle leden bindend.

Art.18

1. Een lid van het bestuur kan door een meerderheid van dat college wegens wangedrag in de uitoefening van zijn functie worden geschorst en door de eerstvolgende algemene ledenvergadering van zijn taak worden ontheven. De geschorste heeft het recht om zijn taak aan het oordeel van de algemene vergadering te onderwerpen.
2. Binnen acht dagen na het besluit tot schorsing van een bestuurslid, is dit verplicht de eventueel in zijn bezit zijnde stukken en/of eigendommen der vereniging aan een door het bestuur uit zijn midden aan te wijzen lid over te dragen.
3. Het bestuur voorziet in de aldus ontstane vacature op de in artikel 9 van de statuten vermelde wijze.

Art. 19

1. Onkosten gemaakt in het belang van de vereniging, die door leden/bestuursleden gedeclareerd worden, zullen afzonderlijk per geval door het bestuur beoordeeld worden. Een meerderheid van 4/5 van de door het voltallige bestuur uitgebrachte stemmen in deze is beslissend om tot vergoeding over te gaan.
2. Bij eventuele betalingen houdt de penningmeester toezicht op de redelijkheid der declaratie.

Algemene Ledenvergadering
Art. 20
In de oproeping der algemene ledenvergadering voorziet artikel 14 der statuten.

Toegang en besluitvorming
Art. 21

1. De vergadering bestaande uit stemgerechtigde leden der vereniging oefent de wetgevende macht uit. Niet stemgerechtigde leden en zij die op het moment dat de vergadering plaats vind aktief aan een cursus van de dressuurgroep deelnemen, hebben toegang voor zover de plaatsruimte dit toelaat.
2. Om een punt van behandeling te kunnen uitmaken op een algemene vergadering , moeten voorstellen minstens acht dagen voor de dag der vergadering schriftelijk bij het bestuur zijn ingediend. Het bestuur is gerechtigd, staande elke algemene vergadering voorstellen te doen, ook al houden deze geen verband met de op de agenda voorkomende punten. Het bestuur zal echter van deze bevoegdheid geen gebruik kunnen maken, indien de meerderheid der aanwezige stemgerechtigde leden zich daartegen verzet.

Art. 22
Een algemene vergadering kan op voorstel van het bestuur, met minstens 2/3 der aanwezige geldige stemmen dispensatie verlenen aan enige bepaling van het huishoudelijk reglement. Tenzij dispensatie uitdrukkelijk is uitgesloten.

Art. 23
Indien één of meer leden zich op een algemene vergadering wanordelijk gedragen, kan de voorzitter hen de bijwoning der vergadering ontzeggen.

Stemmen
Art. 24

1. Onder volstrekte meerderheid der stemmen wordt verstaan, meer dan de helft van het aantal uitgebrachte stemmen.
2. Stemmen over zaken geschied mondeling, over personen schriftelijk. De voorzitter heeft het recht ook over zaken schriftelijk te laten stemmen.
3. Stemmen bij acclamatie is mogelijk mits dit geschied op voorstel van de voorzitter/
4. Als ongeldige stemmen worden aangemerkt: stembriefjes die meer bevatten dan een duidelijke aanwijzing van de persoon die is bedoeld.
5. Wanneer een schriftelijke stemming moet plaats hebben, benoemd de voorzitter drie leden tot stemopnemers, zij vormen tezamen het stembureau. Het stembureau onderzoekt of het getal ingeleverde briefjes gelijk is aan het aantal op de presentie lijst getekend hebbende leden. Zij maken daarna het eindresultaat aan de vergadering bekend.

Bijzondere bepalingen
Art. 25

1. Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de statuten. Wijzigingen of aanvullingen van het reglement kan alleen geschieden door de algemene vergadering met tenminste 2/3 der uitgebrachte stemmen.
2. Alle verenigingsprijzen, door teams onder de naam der dressuurgroep behaald, worden eigendom der vereniging, en zullen worden geborgen op een veilige door het bestuur aan te wijzen plaats.
3. Leden welke aan examens, wedstrijden of trainingen buiten de eigen vereniging willen deelnemen, behoeven de toestemming van de Commissaris Africhting. Bij geschillen in deze heeft het bestuur het beslissende woord.
4. Het bestuur is bevoegd, indien het verenigingsbelang ermee gediend is, leden af te vaardigen naar cursussen. De kosten zullen door de dressuurgroep gedragen worden.
5. Leden die in opdracht van het bestuur aan cursussen deelnemen bedoeld als in lid 4, verplichten zich middels een getekend schrijven, dat zij vanaf de dag dat de cursus is beëindigd, minimaal twee jaar lang, de dressuurgroep daadwerkelijk ten dienste zal zijn. Wordt van deze regel afgeweken dan zal het betrokken lid, alle kosten welke de vereniging ten zijne baten heeft aangewent aan de penningmeester der dressuurgroep terug betalen.

Slotbepalingen
Art. 26

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur.

Art. 27

Elk lid wordt geacht een exemplaar van de statuten van het huishoudelijk reglement der Bouvier Dressuurgroep “Spijkenisse” in zijn bezit te hebben en van de inhoud van beide kennis te hebben.

Art. 28

Dit reglement treedt in werking op 21 september 1985. Alsdan zijn alle voor die datum van kracht zijnde reglementen der vereniging vervallen.

Aldus vastgesteld in de buitengewone algemene ledenvergadering van de 19e september 1985.